Gedachten gang
Dronken liep een man over straat,
Niet van alcohol,
Maar diep in gedachten.
Ziet niet veel mensen meer,
Aan zijn dromen werkend,
zodat hij een bijdragen kan leveren,
aan de maatschappij.
Komt hij een zwerver tegen,
door stommiteiten verslaafde geworden,
niet na gedacht en in de problemen gekomen,
waar weer problemen op volgden,
en hij het nu niet meer weet,
eenzaam en alleen leeft.
Vervolgens komt hij een zakenman tegen,
Ziet een dikke auto,
Telefoon standaard aan zijn oor,
En een langs elkaar heen loop leven,
Omdat meneer gewoon te druk is,
En zijn gezin bijna niet ziet.
Daarna komt hij een man tegen,
In zijn klus broek,
Haar gewoon door de war,
Met twee kids en een vrouw,
Een winkel binnen zetten,
Doen lekker gek,
En genieten van elkaar.
Na deze vertoning ging hij even zitten,
Naast heb kwamen een man en een vrouw,
Van in de tachtig, bij hem zitten,
Ze keken naar het water, de vogels,
En gaven elkaar een kus.
En dat alles in gedachten,
Weerspiegeld wat wel wat niet
Of wat eerst en wat daarna.
Hou van jou,
Nu, morgen, overmorgen,
Daarom mis ik je.