Mamamus en twee wollige kleinen
rondom, op terrastafel aan zee
kwinkeleren naar die grote mens
buitelen, fluiten, doe je met ons mee
twiet, twiet, we zien een stukje boterkoek
wij hebben reuzehonger, al 't eten is zoek
't kleine zoet zacht van de hand genomen
moeders stopt lekkers in gesperde snaveltjes
dichterbij momenten als mooie dromen
ik zacht de tere veertjes aanraken kan
voel ik tijdloos even onze gedeelde taal
gloeien als een innerlijke zonnestraal