Stoffig waait de wind,
zwoel en onverminderd,
alsof het niemand ooit wat hindert,
dat de pluizen eindig zijn..
Blaas..,
breek de lucht in stukken,
laat mijn hemel huilen,
onverminderd schuilen,
is wat mij,
steeds minder lukt..
Ik heb mijn helden al verloren,
voorbij is wat toen gold.
Sprookjes worden niet geboren,
maar sterven in de grond,
van al wat ooit vergaat.
Het is de klok,
die alles naar de rafels,
van het vroeger slaat.
-
Blaas..
Spreid de pluizen,
als een deken van mijn eigen,
stoffelijkheid.
Laat ze vruchtbaar,
aarde zoeken,
al wat mooi was,
was ook klein.
Laat de dag,
in rood verworden,
tot het laatste,
pluisje,
er tenslotte,
niet zal zijn..
-