Het is lang geleden
nog vier ik je bestaan
op vele dagen, ook
de dag dat je bent weggegaan
ik wist en voelde
het lot niet te bezweren
ik stond erbij, keek ernaar
dissocieer 't onvermijdelijk
willen wegkruipen in je haar
de beelden krampachtig
uit te weren, tevergeefs
ik had je lief
en droom nu graag
al was je nooit de prins
op het witte paard
dat je de vriend bent
die ik bel, diep in de nacht
als muren op me af komen
ik weer in zeven sloten
tegelijk ben gelopen
het zal de klank van je stem zijn
als je me uitlacht, juist omdat
je het zo goed kent
we zullen nooit spreken
over schuld en verdriet
maar lachen om de suicidale mus
die ik toch echt zag bij je graf
of een grote boom met takken
die omarmden en als straf
verzwolgen, waar ik je zo dichtbij
en diep in mij heb verborgen
het was geen grap, de ernst te dodelijk
hoe ik wist en je liet gaan
ik mag er niet teveel bij stilstaan
de jeugd ervan is onoverkomelijk
in zo een nacht en gesprek
zien we alles gaat voorbij
blijft door hartslijnen verbonden
en neem ik mee, ik mis je
als mijn beter ik
en leef je ongeschonden
daar waar ik ons bewaar