ik weet nog hoe ik het koord aan de zon
vast bond, hoe het licht via de kruin
mijn lichaam binnen stroomde
mij vulde met goddelijke intentie
ik vergat de tijd, het leed, de spijt
en al dat onder dit gewelf plaatsvindt
een met het zijn was ik, ik
gereduceerd tot molecule lag ik daar
in de armen van het oneindige leegte
minuscuul maar nimmer zo zelfzeker
van mijn bestaansrecht, liet ik los
en zag hoe kwik het zout en zwavel
samenbracht, hoe de dag de nacht
uitbraakte, hoe reuzen de raderen
draaiende hielden; orde en gezag
ik lag daar een poos, het voelde goed
alles verliep volgens plan
zelfs toen lucifer de nagel randen
plat walste, klopte het ritme constant