Zij is de alles waarvoor ik leef,
zij is de kracht waardoor ik bleef.
Voor haaar blijf ik vechten,
voor haar blijf ik in het leven.
Zij is de reden van mijn bestaan,
Pas, alshaar vlam is uitgedoofd,
zal ik het mijne doven.
Mijn taak, haar beschermengel,
haar protector.