Landverspieding.
’t Beloofde land
was nu voor ogen
twaalf verspieders, één uit elke stam
werden verkozen
’t land te verkennen
dat veertig dagen aandacht nam.
Alles was groot
de Enakskind’ren
het land was vruchtbaar en volmaakt.
Steden ommuurd
en goed verdedigd
een zucht die men vol zorgen slaakt.
Een druiventros
werd afgesneden
door twee man gedragen aan een stok.
Het dal van Eskol
vruchtvol in aanzien
er groeide iets van angst en wrok.
Tien van de twaalf
achtten ’t onneembaar
schatten het in…. machtiger dan God
alleen Jozua en Kaleb
waren positief
Ontliepen zo het opgelegde lot…
van veertig jaar
opnieuw de woestijn in.
Een volk dat ontrouw was aan hun Heer.
Dat volk zou zwerven
vier decennia
zagen ’t Beloofde land nooit weer.
th