in de storm
die rond mijn komst geboren was
brak het glas van mijn verwachting
in duizend
uitzichtloze stukken
met mijn handen
in de hoop die voor me lag
sneed ik wonden langs mijn ziel
er was geen hechting in het prille
waar mijn start als einde viel
door de ogen
van een wel gewilde wens
droeg het wonder van de vorming
draging in de strengen
van het luisterrijkste mens
opgroeien deed ik
in het jeugd elan
waarin alleen
een echte ouder
houden kan
er is geen woord voor alle scherven
die ik als een spiegel in haar binding
met de meeste warmte schijn
het minste wat ik ooit kan wezen
is haar voor mijn leven
dankbaar zijn