Ik lig te bedden in mijn staar,
hoor mijn ritsel
onrustig kelen in mijn adem.
Ben terug dat kindeken klein
en vind die witte kast met zwarte klinkjes
plots heel eng.
In het donker zwarte ogen.
Plots zie ik wormen kruipen,
ze wurgen zich om me heen,
het voelt als naalden
want ze krijgen wespentailles
en zijn voor het minste boos.
Ik vlucht en wil graag piekeren.