Bebaarde mannen waren we.
Mannen met haar op hun bezwete rug.
Stalen kabels sneden door ijlblauwen handpalmen.
Ontberingen aan de Vinkerveense plassen.
De woeste zeekakalobbes…
Behaard en bezweet liepen wij hand in hand,
naar cafe de gebruinde zeebaars.
In de zweterige walm vol alcoholdamp
likten we onze wonden
met wollige schuimkragen op onze schralen lippen.
Om tegen de ochtendgloren
elkaars zwetende lichamen
tegen elkaar aan gedrukt zien worden
in een iets te kleine twijfelaar.