Stilzwijgend was het luidrustig
haar ogen krompen, het hart open
hoe eerlijk men durft voor te komen
Zo ondoordringbaar, zo noch barmhartig
Slenterend heen en weer van gevoel
als drijfzand tot de knieen geraakt
tot een duiding die prachtig verstaat
En haar vleugels tot de hemel voert
Een diepe ademtocht weerkaatst haar weg
sluimerend in een verre dagdroom
zo open noch nog bedachtzaam, levendig loom
Bij de ontbrandende droom, terug in gevecht
Gedachten sluizen verre rivieren
moeizaam lijkt de dam te doorstaan
de mantel van keuzes, ontlopen de traan
Terwijl het voor anderen doet vieren
Zuiver de toon, vol onverwachte trilletjes
sprankel luiden de sombere dagen
en ontspannen e moeilijk als snaren
Keihard vechten, al lijkt het wat stilletjes
De wegvoering kolkt
ijdele lucht snakt
luisterend de nacht
En de rust haar tolk