Twee Januari
’s morgens 2 Januari
na die mooie avondstond
lijken velen wel gewond
al denk ik niet meteen aan ziekte
kijk, die loopt met de ogen bijna toe
ik zie nochtans geen volle zonneschijn
waarschijnlijk van de vele flessen wijn
of doen de cocktails hem nog pijn
daar, een met de haren in de war
zijn das op half zeven
die zal straks wat beleven
ik maak het voetpad voor hem vrij
een jonge dame op hoge hakken
strompelt als een oude kwakkel
haar hoofd is net een fakkel
de misknoopte jas vol koffie vlekken
dan zie ik er een met rode ogen
die houd zich vast aan de vensterdorpel
hij tuurt in de ruit, wat een mormel
verdorie die ken ik… dat ben ik…
ela