ergens tussen een schaduwgloed van de nacht en van droom vederzacht het beeld laten ontstaan hagelwitte schelpen gehavend in de stormen gepoleist door de golven en als open bloeiende cocoonen door kieren van zonlicht even breekbaar tot vleugels getekend op zand verbonden aanraken emotie zijn geborgen en dan dieper ervaren wat onze harten voedt deze wegen herlijnen door woorden voelbaar maken en leven op de vloed vlinders tekenen doorheen een glimp van de tijd dwalend zoals de zee in kleuren bloeit van steeds veranderende seizoenen het onhoorbare leren herkennen het schuilen het stil verdwijnen over een tijdloze zwerven heel even te ontraadselen en zien het is er toch door alles terug aanwezig te voelen die wereld in een zachte deining van liefde langzaam binnen komen door elkaars nabijheid ontwaken want wat is het leven meer dan een ongeoefende dans van onze emoties om telkens opnieuw te samen verder reizen