Ik zou hier mijn honger stillen
onbegrijpelijke zinnen schrijven
op een stille lenteavond
of uren staren naar de leegte
ik zou, als ik dan toch bezig was
een flauwe peuk draaien
en het avondrood volschenken
in een kristallen wijnglas
de krullen van het gesneden hout
verbranden en toegeven
aan de spielerei der woorden
alle dagen wijden aan het woord
Ik zou een vliegende driemaster
beschrijven met geplofte witte zeilen
Of schrijven over de nostalgie van deze kamer
waar het oude hobbelpaard staat
en over de muis die het,
bijna zacht, geruisloos
met zijn handen laat schommelen
Ja, dat laatste ...
is de plek waar hét moest gaan leven
nu het enkel zijn naam nog mist