Dicht eens wat een dichter die wat dichten wou ging dichter bij ’t vrouwtje zitten dichter dan twee slakken kunnen zijn de dichter voelde warmte en schreef zijn vrouw drukte zich dichter tegen hem hoe dichter ze bij hem kwam hoe minder de dichter, dichten kon ze drongen dichter bij elkaar uit liefde van dichten kwam niets meer de dichter liefde de dichtersvrouw samen dichten ze een liefdesdicht tot de dichter dicht bij haar zijn droom dichte ela