Storm.
De storm beheerste
doen en laten
een watermassa , donker diep
joeg angst aan
water sloeg het schip in
Christus aan boord die sliep.
’t Oude gevoel
niet uit te varen
om deze tijd , bij deze lucht…want
het gevaar van
vallende windkracht
was hen bekend….. Hij wilde naar de overkant.
Verward, beangst
maakten zij Hem wakker
ziet u niet dat wij hier vergaan ?
Hij keek hen aan
iet wat bestraffend
’t vertrouwen was te niet gedaan.
Hij beval de wind
stil te gaan liggen
de golven staakten hun geraas
verbijsterd zagen
zij dit al aan
beleefden het als in een waas.
Wie is Hij dat
de storm zich stilde
hoe groot Zijn Goddelijk gezag ?
Hij brengt ons
naar de overzijde
waar ik voor eeuwig wezen mag.
Th.