What’s in a name Ik zal je leren vliegen als je ophoudt met liegen fijn, zei kleine Jan dat beloof ik dan eerst zien en dan geloven pas daarna mag je naar boven vertel me morgen wat je zag gedurende de ganse dag ik zag een Roodborst die dronk van dorst okee, vang ze, en breng ze mee toen hij de vogel toonde zag hij geen rood het was een oranjeborst dat hij aanbood zie je nu wel zei de tovenaar snel je bent me weer aan het beliegen zo zal je nooit kunnen vliegen ik geef je nog een laatste kans anders ontspring je de dans meneer de tovenaar ik zag een oorworm echt waar okee vang hem en breng hem mee dat is verdorie geen worm hij heeft zelfs niet de vorm je bent me weer aan het beliegen nooit zul je kunnen vliegen