ik schrijf opdat mijn dood zinloos zou klinken. Ik zwijg om jou in mij stil te horen praten, om jou te horen zeggen dat ik voortaan en iedere dag een andere naam zal dragen, dat ik telkens in een ander lichaam vermomd zal lopen. Omdat ik de werkelijkheid steeds opnieuw creëer, omdat ik met volle mond wil eten van dit moment waarop ik overal word genoemd en mij verbind tot deze raadselachtige sleutel die past op de nacht wanneer alles gloeit wat niet is gebeurd tenzij in woorden.
Omdat ik de waarheid als een hart in mij draag, een woord moet uitspreken zo groot als mezelf ik, die nochtans slechts levensgroot besta, want ik sta wankel met vloeibare voeten op de koude grond van het voortbestaan, waar de ijzel een dun laagje verdriet vormt dat de voorbije dagen geluidloos bedekt. De eenvoud ligt voortdurend voor de hand. Melancholie gaat altijd over jou en toen en...
soms een heel klein beetje over mij.