Ik sluit de ogen en
Kijk tegen een hemel aan
Een pluisje ben ik
Op goddelijke klanken
(welke god?)
Kaarslicht ben ik
In de rode wijn schemerend
Eenzaamheid is mijn hemel
Mijn paradijs,
Mijn verlangen naar voldoening
Naar strelingen, naar begrip
Een stem ben ik
Uitstervend op een hoge noot
De stilte zijn mijn woorden
En de hel?
De hel opent zich met mijn ogen.