Grauw.
Starend naar buiten
ervaar ik grauwheid
miezerig weer, een strakke wind
Wat putters dansen
in hun vlucht langs
een groepje spreeuwen daalt gezwind.
Dagen zijn kort
nu in december
Vooral als ’t zonlicht ons ontbreekt
De kerstverlichting
Is ontstoken
Waarin het grauw iet wat verbleekt.
Toch in die sfeer
veel wat mij aantrekt
te maken kaarten voor de kerst
Liggen op tafel
Om af te maken
een huiselijkheid die samen perst.
De dagen rusten
In verwachting
Voor iets dat komt, er toch al was
doch in die boodschap
hangt een rustpunt
Van vrede , tussen ’t aardse as.
Dat welbehagen
In de mensheid
fluistert haar lied uit Efrata
In deze wereld
snakkend naar vrede
die galm klinkt ons belovend na.
th