Ze hebben mij 18 jaar geleden gedumpt, samen met mijn broertje en twee zusjes. Gewoon achtergelaten in het veld oftewel in de vrije natuur.
Het was toen gelukkig zomer, Augustus/September niet zo koud dus, en met ons viertjes hadden we enorm veel plezier. Slapen in een kuil en spelen op de weg, lekker achter elkaar aan hollen, uur na uur.
Toen het donker begon te worden spoorden we elkaar aan om in het struikgewas te gaan slapen, maar ik vond het spelen nog veels te fijn.
Er kwamen lampen aan en er stopte een auto, een mens kwam eruit met een mand, en één voor één verdwenen wij in de mand in de auto, we waren toen nog erg klein.
We kwamen in een ruimte terecht waar we eten kregen en we de hele dag konden spelen, plotseling werden mijn twee zusjes opgepakt en meegenomen, geplaatst bij andere mensen ook op een boerderij.
Later mochten we in het huis komen, de keuken, de slaapkamer, bijna alles mocht. Er waren ook andere katten en honden een vrolijke beestenboel dus. Mijn broertje Tijgertje is ziek geweest, maar gelukkig weer beter geworden. Hij werd gecastreerd en ik gesteriliseerd, ik ben een zij.
Mijn hele leven heb ik het geweldig gehad, alleen elke keer overleden er honden en katten, ook mijn Tijgertje ging eerder weg. Alleen als poes bleef ik over, ik trok mij terug op zolder, en bleef daar voortaan. Ik ging er mijn eigen leven leiden.
Ouder en ouder werd ik en plotseling sprong ik naar beneden op de dozen die ze erg hoog hadden opgestapeld. Na een nacht kreeg ik een beroerte en mijn achterpoten wilde niet meer, mijn vrouwtje schreide.
Zo kon het niet verder en ze nam me mee naar de dierenarts. Het vonnis was inslapen dan maar. Eerst een slaapspuitje, maar ik wilde niet weg. "Ze vecht ertegen" zei de dierenarts. Mijn vrouwtje fluisterde in mijn oor "ga maar slapen hoor".
Knip, knip, haren weg op mijn pootje en de spuit ging er moeizaam in wachten, wachten. "Ze vecht nog steeds ertegen" zei de dierenarts. En ik ging maar niet.
Ook in het andere pootje moest een spuitje. Mijn vrouwtje had erom heel veel verdriet.
Dat het op deze manier moest gaan.
Eindelijk vloeide alle leven weg uit mijn lijfje en vloog ik hoger en hoger, mijn vrouwtje liet mij gaan en ik zag het aan.
Zo denk ik ( Wytske ) dat mijn poes ( Zorro ) het heeft meegemaakt. Voor mij was dit een vreselijke opgave om op deze manier haar te moeten laten inslapen. Deze inslaping (kwelling) heeft mij tot in het bot geraakt.
Zorro was een echte schat. Gelukkig heb ik haar wel 18 jaar gehad.