Onderbroeken hangen over de verwarming.
De onrust is dodelijk. Even steel ik jouw tijd.
Langs de verveling groeit wat onkruid. Ik snik.
Sluit mezelf op en raak je kwijt.
Alsof je zonder kan. Praat met de wolken.
Ons huis gevuld met witte leegte alleen.
Waar zijn de bloemen aan mijn vleugels?
Reikt de zon tot voorbij waar jij verdwijnt?
Hier zijn geen leugens, schreeuwt alles:
Alsjeblieft blijf!
Blijf! Blijf! Blijf!
Bij mij tot het eind.