Varkensnonkel Nonkel Pol die varkens had zat moe en afgemat op een stronk terwijl hij zijn korteken dronk er was lang op ’t vlees gewacht maar nu was het varken geslacht in gedachten kan ik het nog zien de pensen rolden uit ’t machien zingend en wiegend achter een tralie floot een gele kanarie toen hij dat hoorde zei nonkel Pol met een blauwe pet op zijnen bol zingen zo vroeg op ’t jaar doet alleen een goeie minnaar ‘t zal een goed kweekjaar worden terwijl varkens instemmend knorden