Een kind dat zich op zijn wereld bezint;
merk op hoe onbeschroomd en welgezind
het aan zijn nieuwe leven begint.
Hoe het omziet en met zijn handen zwaait;
zijn eerste woorden spreekt;
zijn plezier uitkraait.
Hoe het leeft zonder besef waar het zal zijn.
Het voelt zonder angst voor de pijn.
Zijn eerste fantasie op papier beschrijft.
Zijn wil te houden, opdat het bij hem blijft.
Hoe het wordt wat het wil zijn;
en zich spiegelt in een wereld van licht.
Het vormt zijn identiteit, en aan de plicht
geeft het een eigen gezicht.
Hoe het zich vindt in een samen zijn.
Het omziet en mist in pijn. Zijn denken
zal over die ander gaan; en geluk wil het
beleven in een gedeeld bestaan.
Want wanneer het zich realiseert verandert
te zijn; en het zich ontpopt heeft uit de
kinderlijke schijn, dan zal het weldra
volwassen zijn.