De maan, maagdelijk stil
zij beweegt het roze
van betrokken wolken
in smalle porceleinkast
verhuld tot hartbreken toe
mochten zoekende ogen
goede aarde niet vinden
voelt schijnsel op de tast
over wild water een baken
splijt uiteen door 't raken
onverwoestbaar licht, achter
ramen slapen, zwijgen dromen
klinkt een kind, wat geen weet
van schaduw heeft, de kringen
helder danst op het zilte zand
als zeemeermin in zee verdwijnt
raadselachtig stille maan schijnt
waar wind opsteekt, ruisend waait
sluierlicht valt, en aarde draait