uit een sitlle winter slaap komen alle bloemen kleur versierend naar buiten en elk moment opnieuw in die schoonheid wiegen langzaam de eerste vlinders bijna hemelrakend door het licht langs de vroege morgendauw nog pril zoals alles voor even te voelen blijft tot de wereld in tederheid veranderd als een gloednieuw werk dat ontluikend is om verder te onstaan naar volle bloei laat mij spelen met wat zonnestralen in woorden dansen op golven van indigo regen bogen in hun vloed als vuur dat vrijheid in het leven tekent waar lente de vele nieuwe wegen opent en nog ongekende deuren ontsluiten van uur tot uur maar al zo wonderbaar voor wie het wonder in haar melodie nog kent de fluister adem van ontwaken die ieder beeld beschrijft over bloei zachte tinten met vleugels aan die je laten dromen zoals je van de natuur verwacht en ik geloof dat elke pas ontwakende droom erin geboren is en terug te vinden ook voor jou zo voelbaar zijn de vonken en soms heel stil als herboren worden uit een nog breekbare bloesem cocon maar al te mooi