Ik weet niet waar het eindigt
alwaar de boom, vis, kiemend
zaad of woord begon
alles noemt haar grens
benader de vorm dichterbij
en ze schrikt op als naam
verhult in doeken van luchtledig
bewegen, buiten bereik opgelost
geef me een andere naam
even en zie het groene gras
als ik in je armen val en het past
de haan kraait naar niemand
in het bijzonder, dwaallichten zijn
vruchteloze vluchtende woorden
de amazone en loden last
een woord begon, onwetend
waar ze eindigt, waar jij opschrikt
ga ik naar believen ten onder
kom jij uit je naamsgezicht gekropen
een beetje slaapdronken nog