Een vreemde man met rugzak moeizaam vooruit slenterend langs de weg op een grijze zondagmiddag Ik bekeek hem van opzij, hij keek vooruit plots strekte hij zoijn arm naar voor en wees met zijn indexvinger die op en neer ging duidelijk mompelend in zichzelf wat moest ik daar van denken Rare man Onbewust en onbedoeld keek ik richting zijn vinger daar stond een auto in de zijstraat te wachten te wachten om de de andere wagens op de hoofdbaan te laten passeren Daar viel mijn oog op een zwarte sjaal Een zwarte sjaal die geklemd zat tussen de onderkant van de wagen en het portier Met achter het raampje een buurvrouw De gebreide zwarte sjaal raakte net de natte grond Plots werd alles duidelijk de wijzende rare man werd plots heel normaal