Je ligt daar maar in bedkunt niet zitten niet lopen
zonder pijn, je wimpers bewegen
ogen weggetrokken willen ver
van je lichaam zijn.
Om je heen is het schouwspel
waar ik ongewild deel in heb
ze vertrouwen het niet
het enige wat ze kunnen is je opsluiten
de hel voor jou of is die in jou zo
kunnen we geruster slapen gaan.
Je huilt klemt aan me vast
kan nauwelijks nog op je benen staan
kan jij kan ik dit aan
mijn ogen blijven droog, ik bid
tot staren in oneindig wensen
je voor pijn te bewaren.
Kon ik als anker zijn
als verlossend je meenemen
naar wat paradijselijk ooit beloofd
radeloos wil ik je redden
voor alle oneerlijkheid, beloftes vergeefs
maakbaar wordt het leven nooit