Alleen zachte droom van haar gesepareerd in donker stil rusten handen liefde, spreekt zij onomwonden teer lemniscaat wazige woorden van de wil in onbereikbaar verglijdt kleur gesloten genadige hemeldeur vloeien wij even in elkaar uiterst uitspansel is niet veilig geen huis ontzien of heilig verstrikt tussen zijn, handpalm vergeten ster, schuurt asfalt ritme van verbonden levenslijn waait haar geur in diep kobalt woorden van de wil, innig kalm