je brengt mij de troost die ik wil horen de gure noordenwind over het land waar de akkers voorzien zijn van koren en ik luister naar wat kattengespin ik zie je zwoegen in diepe kuilen waar een man tuurt naar een schop met zijn handen wroet in de aarde en terug denkt aan zijn enig kind kalmpjes herbergt hij de spade leest de nukken en kuren van zijn gezin en bekijkt de wilgen en populieren die zich verbijten in de noordenwind