We wanen onze vrede,
betreden grond waaronder
oude kogels en
opgedroogd bloed.
Kraken korsten open.
We menen hun pijn,
nemen hun namen
in onze monden
waar zij ooit verloren.
Knopen kelen dicht.
We verbeelden hun verdriet,
denken aan moeders
zonder zonen, de
voorgelogen kinderen.
Krassen kisten leeg.
We vergeten hun trauma,
onthouden hun offers,
blijven stil stilstaan en
zweren nooit meer.
Kiezen kant, noch kleur.