Anders zijn wij bedraad
ze fietst buiten middelbaar op straat
handen aan 't stuur, toppen tegen raam
voelt ze de gedachte, raakt het ook aan
in iets wat bindt als web, splijt of spijt
zeker staren wij fragiel tussen takken
van bomen, het licht, mijmeren, reizen
fragmenten van liefde of Poolse barakken
fluisteren dat zij van tijd zijn
voorbij als volhartig jij, ik in mij
verhuizen we in vogelvlucht
de liefde voor vleugels, engelen zien
in wolkenfeest, bloemzacht, misschien
zijn vlinderslagen bespannen met ons stof
het naar einder weegt op volle voeten en lof
de zee zout legt onmacht op een mond
ze fietst middelbaar op straat
iemand ligt stil, slaapt, het hart
wandelt veranderd langs ruggengraat