Judas.
Vertwijfeling had
toegeslagen
dood van Christus had hij niet gewild
hij had Zijn Meester
wel verraden
doch aan ’t gevolg zich diep vertild.
Het bloedgeld
dertig zilverlingen
klonken hol op de tempelvloer
de schatkist wilde
ze niet hebben
ontzetting lag hier op de loer.
Hij heeft ontdaan
zich toen verhangen
de Judasoren op de vlier
getuigen door
de vele eeuwen
de mens noch trouw , noch fier.
Men kocht een
akker voor die doden
waarvan alle heiligheid ontbreekt
verschoppelingen in
’t oog der Farizeeërs
Judas die daar de loef afsteekt.
th