Liefde – haat. (Fictie)
Waar alle stormen samenkomen, bij ‘t ontstaan van een orkaan
Waar woede, witte gensters spuwt, zoals op ’t aambeeld gloeiend staal.
Waar woorden striemen trekken, als bij ‘t slagen van een zweep.
Waar schuim, op van haat verkrampte, paarse smoelen staat.
.
Heeft ze van hem kunnen houden, zoals een moeder van haar kind.
Heeft hij haar ooit kunnen beminnen, zoals de dag de zon bemind.
Heeft hij naar haar kunnen smachten, zoals de bij tracht naar de bloem.
Heeft zij hem zachtjes kunnen strelen, zoals een vedelaar zijn viool.
Waar lieve woorden, lokkend riepen, als gezang der Lorelei.
Waar ooit hun liefde groeide tot een paleis van innigheid
Waar plots de hartstocht stierf, en haat in geest en ziel geboren werd.
Waar de spin haar web van haat spon, en ‘t gif in beider harten spoot.
Rovago