Ik schrijf voor een blinde hij ziet mij goed met zijn vingers betast hij het topje van mijn neus Zal ik hem een nouvelle aanreiken of toch maar een roman over een klein jochie waar van de vader leraar was Ik las over ridders en jonkvrouwen die gevangen zaten in het kasteel al zag ik altijd minder dan mijn broer die naast mij zat Hij las voor met zijn handen schreef een nieuw verhaal ik begreep hem beter dan de literatuur waar de dorps bieb vol mee had gestaan