Tussen Lisdodde en riet zingt een vogeltje zijn lied overgoten met zachte zonnestralen die met moeite naar benden dalen buitelende okergele populierbladeren tonen een tafereeltje om in te kaderen wirwarrige compositie zonder ambitie dit alles aanschouwend vanop een bank luisterend naar fluisterende populierenklank duikt het vogeltje terug in het Riet waar geen mens hem nog ziet