Onweer
die gaste was een
godsgeschenk
zij had hen op haar
hand in een wenk
ze droeg de gekste verhaaltjes
voor
had de aandacht van
het gehoor
buiten sloeg de regen kletterend
bloemen en groen
pletterend
inferno op de ruiten
gelukkig was het
buiten
feest voorbij, auto’s
vertrokken
vrouwen met
opgetrokken rokken
mannen op de tippen
van hun tenen
met snel springende
benen
de eregaste had geen
wagen
zou dan maar blijven
slapen
maar plots was ze
vermist
waar ze was, niemand
die het wist
een half uurtje
later, kleddernat
men vroeg haar waar
ze zat
even naar huis, haar
slaapkleed halen
ela