Laten we alles zeggen, moeke
wachten tot de schouders breken
tussen de schelpen van de oren
een grote zwarte zee zich vult
voor het laatst de maan aankijken
ergens samen de zon vermoeden
Maman, je riep me vannacht
dat ik verstandig moest zijn
niet te veel najagen van de wind
het reiken naar de maan
je kuste me behoedzaam drie keer
alsof ik je zou slaan
met droefheid en meer