Uit de manke jager73
Denker geworden
Zij zouden onder-
vinden en de krachten
gaan aanbidden, de kracht
van de wind.
Van de zon en de
aan. Zij zouden zich
ontwikkelen en op dat
gene stoten wat
hen tendienste zou
staan, indien zij rijp voor
waren het te ontvangen.
Want het ging verder.
Het uitspansel ont-
stond, de aarde als vaste
grond. En de wateren die
overvol wemelden.
De groene grassen
en de dieren allerhande,
dit alles tendienste van el-
kander. in Overvloed.
De kleuren van de
bloemen en hun geuren,
die zinnelijk maakten, en de
bomen hun prachtige vruchten.
De bessen van
het struikgewas. Alles was
er. Enkel het bewustzijn mocht
nog niet komen.
Want, te vroeg, hij
kon nog niet omgaan met
een leven dat buiten het veilig
instinctmatige ging. Het vrije!
De tweede schepping
zou volmaakt zijn, geen
regels zouden meer worden
overtreden, want
alles zou hen toe-
komen, zodra zij inzicht en
begrip zouden kunnen betonen.
Met volwassenheid.
De jager die een denker geworden was, en een mond had om te spreken, moest het hen gaan leren.