Filippica
foei, lelijke, om aandacht schreeuwende, flierefluiters!
wie denken jullie te zijn, tot op de tand bewapend
met vooroordelen draven jullie theatraal
was ware missieruiters door gedichten waarvan
de muzen ruimschoots duizenden jaren slapen
durven jullie mij met vragen te betichten, de gaap
dat het verstand steeds maar wil slaken
weg te jagen ? zeg me, verveelt het zoete stemmetje
van de nachtegaal , de dromer die almaar rozen braakt,
de ratelaar die zich hoogpriesteres waant?
wie is er überhaupt bereid te horen over het leven,
unplugged welteverstaan, de wereldwijde staat van haat en nijd
de waarheid zonder sausje, zeg maar?
prutsertjes van Dale, ik daag jullie allemaal uit
Een make-under te ondergaan en dan voor de spiegel te staan
liefs,
je hardvochtige letterveteraan