Ogen.
Ogen zingen, ogen dwingen.
Ogen liefje ga je mee.
Ogen vragen, ogen klagen.
Ogen smeken zeg niet nee.
Ogen lichten, ogen dichten
Ogen schreeuwen neen niet doen.
Ogen richten, ogen zwichten.
Ogen geef mij nog een zoen.
Ogen kleuren, ogen zeuren.
Ogen meisje wacht op mij.
Ogen keuren, ogen treuren.
Ogen zeggen ’t is voorbij.