ik ben geen vreemdeling,
zo verblind door jouw aanschijn
kom mijn lief, laten we dansen op de hei
die in zoete dromen wasemt,
toeven in de wonderroes
zullen wij synchrone passen zetten
over het groene gras
en de sterren zullen ons toelachen
de zilverblonde maan jouw blauwe ogen
intenser doen lijken
drinken we wijn uit elkaars navel
en lager
kom mijn lief, laten we de liefde
ophangen als bloemetjesvitrage
voor een open raam
afhankelijk van het klimaat
aaien wij ontoerekeningsvatbaar
zijn hoofd en verzuchten zijn dood
met een brief en een roos