dan klinkt honingbrons gegalm
het zijn stervende stippen aan de horizon
niets van het naaste bleef nabij
wijkend naar de schoot waar alles begon
blauw is de kleur zonder einde, de zon feller dan licht
met geknepen oog als waarneming vervaagt
wat bij uitdijende afstand hoorbaar blijft
is jouw stem die ver draagt