Een kuiltje.
Die uitgesleten kuil
in jaren
vertelt ’t ongeloof’lijke verhaal
van hem die wandelt
in de tempel.
Een leven lang lam en fataal.
Hij bedelde hier
vele jaren
men bracht hem dag in dag uit.
Een aalmoes graag
zijn hand verkrampte
de dag bracht haar geringe buit.
Toen stonden daar
opeens 2 mannen
hadden geen zilver , noch goud
genazen hem
hij kon plots lopen
kreeg een nieuw leef behoud.
De schone poort
waar hij vertoefde
kende hij slechts aan de buitenkant
nu mocht hij zonder schroom
naar binnen
volwaardig Christus afgezant.
th