Uitgeschonken Ik loop door de rivier van tijd steeds te lang maar toch heel kort hier liggen vergane emoties opgeschort die de klok reeds lang overschrijdt Voor de poort staat een wachter behoedzaam speurend zijn de ogen naar waar dromen zijn vervlogen Diens stemvibratie is des te zachter Ik spring over de omgevallen boomstronken sla de zwiepende takken uit mijn gelaat om te kijken welke weg er voor me openstaat voordat ik mijn leven heb uitgeschonken