Bijna altijd laag bij de grond bij valavond zie ik hem in het kreupelhout waar hij zo van houdt Springend schokkend van takje naar takje in zijn bruine pakje met het staartje steevast omhoog gewipt komt hij overal doorheen geglipt om dan laag bij de grond in rechte lijn te vliegen naar ander terrein Met trillende vleugels snort hij rakelings over de lage heuvels om daar eveneens te snoepen van kleine beestjes want ook voor hem zijn het eindejaarsfeestjes Wat hogerop zingt hij heel soms zijn liedje altijd hetzelfde melodietje met zijn typische trillertje in het midden lijkt hij dan even te bidden