Uit het dode hout snijdt hij een kind dat een antwoord heeft op menige vragen en naar het oude gerimpelde hoofd staart van hem die de last iedere dag moet dragen met een fijn mesje komen alvast de ogen die verwonderd de wijde wereld in staren over een poosje mag hij een kind wezen die het bestaan nog moet ontdekken maar eerst voelt hij oude verweerde handen die hem vakkundig betasten en bijschaven en aan zijn hoofd een paar oren plakken die ervoor zorgen dat hij niks zal vergeten