Uit de manke jager22
De rondheid
Hij zag alle dingen
rondom hem. De cirkel die
hij zag, de zon haar rondheid,
evenals de maan.
De fel schijnende
rondheid, die er soms
maar half bleek te staan. Wat
er te zien was wees ons.
Het bood zich aan,
kijk en je zult zien. Het leven
zelf hield het ons voor! De
geest was vooraf gegaan.
De cirkel zou rijkdom
brengen, de bloemen zouden
bloeien die later vruchten werden.
Nog later de ronde broden
van het graan door de
ronde warmte van de zon
gerijpt. De halve maan, de
donkerte zou terug gaan komen.
De regen, die alle
bladeren van de bomen zou-
den verblijen, en daarna verfrist
naar de zon bleven reiken.
Dit alles mocht hij
gade slaan, bekijken langs
alle zijden. Zelfs onder hem, de
duizende mieren die daar liepen.
De gele bijen, de
vlinders in al hun pracht, en
het kleingedierte. De kat die
schichtig kwam miauwen.
De blaffende hond,
speels, tot zij spichtig blies
en zijn neus krabde. En dan
de vogels, de vogels!
De vogels die van elke morgen een
muziekdoos maakten!