Vluchtweg…
Mijn naam is William A. Blackfield, geboren in een grote stad
zonder faam, zonder ziel. Die A staat waarschijnlijk voor anders,
iets anders kan ik niet bedenken. De uitgebluste straten van mijn jeugd
deden hartvochtig hun best om mij te vermoorden met hun
ondraaglijke tristesse, maar zonderling of niet… mij kregen ze niet klein.
Terwijl de mensen dicht tegen het water vochten liet ik mezelf meevoeren
stroomopwaarts. Terug naar zee. De meisjes volgden al dan niet onder
lichte dwang gedwee. De kleintjes verkochten zelfgeplukte bloemen
en er was wel altijd iets te drinken.
Nonchalant leunden we tegen de zomer met de wil om te overleven,
ja het was goed toeven in de eerste uren aan het strand daar.
Tot later de zachte regen alles veranderde.
De bloemen verloren hun schoonheid aan de vergankelijkheid van het leven
en de kleintjes werden groot.
De zomer verzoop en de zee bleef zijn eigen grijs en onverschillig.
Mijn demonen stonden weken droog te kijken naar het water dat voor
zo veel ellende zorgde.
Met de regen kwam ook de lusteloosheid en de argwaan dat de hoop
op een beter leven volledig de kop ingedrukt werd.
Het verleden flakkerde op en opnieuw moesten we vechten… tegen de verveling, de spanningen en de wezenloosheid van het dagelijkse bestaan.
We streden samen tegen de natte straten, de lege pleinen, doorgebroken dijken en soms, heel soms ook wel tegen elkander.
Maar dat is zoveel zonden geleden!
Nu schuimen we witte koppen op grote golven
en luisteren we naar het huilen van de zee.
De kleintjes zijn helemaal verdwenen, iedereen is gestorven
en de frêle bloempjes besloten toch maar
om heel alleen tussen de staatstenen te groeien.
Mijn naam is William A. Blackfield, in eerdere tijden een geliefd persoon,
nu nog slechts een schaduw vol afwijkende gedachten…
esteban 18 April 2014